Af en toe waait er iets over uit de Verenigde Staten waar we ook hier blij van kunnen worden.
Godly Play is daar een mooi voorbeeld van. Ik sprak erover met Mariska Litjes, die inmiddels op acht katholieke scholen in Apeldoorn deze vertel- en bespreekvorm toepast én ik was er getuige van dat kinderen wel degelijk stil kunnen zijn, aandachtig kunnen luisteren en met prachtige reacties komen.
De meest gebruikte en mooie woorden die Mariska tijdens de vertelling gebruikt luiden: “Ik vraag me af …”. En wat er dan gebeurt …
Hoe het begon
Bij Mariska thuis aan de keukentafel vertelt ze me hoe Godly Play in haar leven is gekomen en wat ze er mee doet.
Mariska: “Soms komen dingen samen. Tijdens mijn studie Theologie, waar ik de onderwijsrichting had gekozen, was mijn wens al om ooit iets op scholen te gaan doen.
Op enig moment kreeg ik binnen onze Emmaüsparochie een aantal uren om Kind&Kerk op te gaan zetten. Daarmee bezig zijnde merkte ik ook dat veel katholieke scholen worstelen met hun identiteit.
Vroeger kwam de pastoor op de scholen om catechese te geven, maar dat ligt alweer lang achter ons. Het is lang niet meer vanzelfsprekend dat kinderen naar de kerk gaan en ook vanuit de scholen blijft het beperkt tot misschien met Kerstmis nog een viering in de kerk.
Een aantal scholen werkt met het project ‘Hemel en Aarde’ en het hangt vaak van de leerkracht af of en hoe er in de klas over geloof/religie wordt gesproken.
Ik werk ook veel samen met Kerkplein 7, jeugd- en jongerenwerk binnen de PKN-gemeenten in Apeldoorn, waar Cora Crispijn mij een keer wees op het bestaan van ‘Godly Play’.
In het kort komt het hier op neer: een Bijbelverhaal wordt met eenvoudig beeldmateriaal op een rustige meditatieve manier verteld, waarna een gesprek plaatsvindt op filosofische wijze. De kinderen kunnen aansluitend creatief aan de slag met beschikbare materialen. In de kring wordt de vertelsessie afgesloten. Het heeft tot doel de kinderen bekender te maken met Bijbelverhalen en om hun natuurlijke aanwezigheid voor het aanvoelen van mysterie en spiritualiteit te prikkelen. Het leek me een mooie bijkomstigheid dat je hiermee een bijdrage kunt leveren aan de identiteitsvorming van de school en ook om de leerkracht daarin te ondersteunen.
Cora heeft de landelijke driedaagse cursus voor Godly Play naar Apeldoorn gehaald, ik heb daaraan meegedaan en werd toen gecertificeerd verteller.
De scholen
Nu ik een beetje weet waar Godly Play voor staat en wat het doel ervan is, ben ik benieuwd hoe Mariska dit bij de scholen onder de aandacht heeft gebracht.
Ze legt het me graag uit met: “Het speelde in de tijd dat Henk Brussel hier nog werkzaam was voor onder andere het project ‘Als Emmaüsgangers verder’ en hij raadde mij aan om een projectplan te schrijven en dat bij een aantal stichtingen in te dienen om zo subsidie aan te kunnen boren. Een stichting heeft positief op mijn plan gereageerd, te weten: de Paul de Gruyterstichting en bovendien heeft ook het Vicariaat Arnhem subsidie verleend omdat het een ondersteunend missionair doel betreft.
Vervolgens heb ik alle katholieke scholen in Apeldoorn benaderd met de vraag of ik aan hun teams mocht komen uitleggen wat Godly Play inhoudt en of ze geïnteresseerd waren om dit een kans te geven. De Schakel, Victorschool , Sebastiaan, Eloy, Hertog van Gelre en de Korf (wel katholiek maar een andere stichting) waren de eersten die die ‘ja’ zeiden om met Godly Play aan de slag te gaan. Daarna volgden er in de loop van de drie jaren dat dit project nu draait ook de meeste andere katholieke scholen zoals de Zevensprong, Anne Frankschool en zelfs speciaal onderwijs de Vorm staat op de planning.
Volgens mij is het uniek in Nederland dat vanuit de Kerk het werken met Godly Play op katholieke scholen is geïnitieerd”, zegt Mariska niet zonder trots.”
Vertelling beleven
Mariska zegt me dat als ik echt wil weten hoe het er bij zo’n vertelling aan toe gaat, ik er zelf een mee moet maken. Natuurlijk wil ik dat en twee dagen later stap ik de Victorschool binnen en word ik welkom geheten door juf Conny Wortmann.
Het begin is al heel bijzonder. Conny staat bij de deur, zij is letterlijk de ‘poortwachter’, geeft ieder kind een hand en vraagt: ‘ben je klaar voor het verhaal?’. Het kind bepaalt dus zelf of het verder gaat en in stilte komen ze een voor een binnen en nemen plaats op de banken die in een cirkel staan opgesteld.
Mariska zit op een kussentje met een doos voor zich en steekt een kaars aan. Ze leidt het verhaal in met het noemen dat het om een parabel gaat, dat het een heel oud en kostbaar verhaal is, lang geleden aan de mensen gegeven als een geschenk.
De gouden doos gaat open en Mariska haalt er een groen dekentje uit en vraagt de kinderen wat dit zou kunnen verbeelden. ‘Gras’ zegt een meisje en Mariska zegt dat het misschien wel gras is. Zo gaat dat met nog meer lappen die iets uitbeelden, waardoor er zo een decor op de grond wordt opgebouwd.
Hierna kijkt Mariska de kinderen niet meer aan en gaat zelf op in, vandaag, het verhaal van de barmhartige Samaritaan. Ze haalt de figuren uit de doos die in deze vertelling een rol hebben en geeft ze een plek op de grond. Het verhaal ontstaat door beeld en taal en laat ruimte aan de kinderen om bij zichzelf te onderzoeken wat bij hen opkomt bij de vraag “wie is naaste je?”.
Ik zie de kinderen heel geïnteresseerd luisteren en telkens als Mariska zegt: ‘ik vraag me af…’ en zo de spelers in dit verhaal benoemt en verbinding zoekt met het heden, gaan de vingers van harte omhoog om een reactie te geven.
Ik geniet van deze, bijna sacrale sfeer waarin Mariska de kinderen deze religieuze taal aanreikt en ik bemerk dat deze kinderen gevoelig zijn voor mystiek en hier heel mooi op reageren.
Ik snap óók dat de scholen zeer ingenomen zijn met deze ‘godsdienstles 2.0’ zoals ik het zou willen omschrijven.
Als Mariska alle spullen weer een voor een al vertellend opbergt, zegt ze tegen de kinderen dat ze nu met gebruik van allerlei eenvoudige materialen mogen uitbeelden wat ze van dit verhaal vinden of wat deze vertelling bij hen naar boven heeft gebracht.
Terwijl ze vol overgave hiermee aan de slag gaan, ga ik nog even bij juf Conny zitten om te vragen hoe zij dit vindt.
“Het is zo mooi om te zien hoe rustig ze hier zijn”, zegt ze me “en wat me ook opvalt is dat kinderen die normaal in de klas hun vinger niet zo gauw opsteken om iets te zeggen, dat hier wel doen. Ik zie hier de puurheid van de kinderen en hun betrokkenheid, die hier ontstaat door de bijzondere sfeer die Mariska met haar persoonlijkheid, rust en stem creëert.”
Als ik het lokaal verlaat en in weer in de hal ben, moet ik ineens denken aan wat ik een uur daarvoor hoorde. Een jongetje ziet Mariska staan, gaat naar haar toe en glunderend vraagt ‘juf, komt u weer een verhaal vertellen?’.
Na dit zojuist zelf te hebben meebeleefd, begrijp ik helemaal zijn enthousiasme. Godly Play, gebracht door mensen die gezegend zijn met de gave van het woord, is een verrijking voor jong en oud. (Willem Olierook)