GEMEENTEOPBOUW EN KINDERWERK, HAND IN HAND

– een interview met Liesbeth Winters

Je hebt een verteltraining gedaan van Godly Play, vertelt vol enthousiasme hier en daar een verhaal en bent wat materiaal gaan knutselen en verzamelen, maar nu wil je meer. Hoe bouw je een vertelkring Godly Play op, zelfs in een klein dorp? Welke gemeentevisie zit daarachter en welke praktische tips zijn er op te halen? Een ervaringsverhaal van Liesbeth Winters.

Omdat ik door de coronacrisis niet bij Liesbeth op bezoek kan hebben we via zoom afgesproken. Ik heb er zin in en ben benieuwd wie Liesbeth is. Vooral ben ik nieuwsgierig naar haar vertelplek midden in de polder. Kraggenburg is een klein dorp en toch komen daar dertig kinderen bij elkaar, die voorheen niet eens betrokken waren op de kerk. Hoe doe je dat? De vertelplek heeft een sprookjesachtige naam. Ze nodigt uit tot dromen: ‘Land van Verwondering’. De naam is geïnspireerd op het voorbeeld van de Godly Play vertelplek in Apeldoorn ‘de Verwondering’, opgericht door Cora Krispijn. Maar deze naam is meer dan een sprookje. In de vertelkring is alle ruimte en vrijheid om je te verwonderen en meer te ontdekken: over de bijzondere verhalen uit de bijbel en christelijke traditie, over jezelf, over wie je bent, over wie je worden wilt, over grote en kleine vragen van het leven, over wijsheid voor alledag, over God-met-ons. God is waar mensen, groot met klein –en klein met groot-, spelen en ontdekken, werken en dromen, waar verhalen van toen en daar zich verweven met hier en nu. Dat is wat Liesbeth drijft. In de manier van werken van Godly Play zag Liesbeth kans om op deze manier met kinderen bezig te zijn: een ruimte te creëren van rust en stilte, van veiligheid en vrijheid, van creativiteit en exploratie.  

‘Liesbeth, hoe kwam je in aanraking met Godly Play?’ ‘Mijn eerste kennismaking met Godly Play was een verteltraining in Apeldoorn. En het was eerlijk gezegd echt geen liefde op het eerste gezicht’. Aanvankelijk voelde het als een keurslijf.  Maar door te kijken hoe anderen het doen, zowel in het buitenland als in Nederland, zag Liesbeth steeds meer de waarde van Godly Play. Nu houdt zij er van en het inspireert haar tot meer. Het mooiste aspect in het werken met kinderen vindt Liesbeth het gesprek. Daarin kunnen zij vrijuit filosoferen, onderzoek doen en in gesprek met zichzelf en de ander in de kring ontdekkingen doen. Een aspect wat je ook duidelijk vindt in theologiseren met kinderen. Liesbeth neemt de vrijheid om ook eigen verhalen te vertellen en te maken en vandaaruit met hen te theologiseren. Het spel van Godly Play met materiaal en bewegingen inspireren haar daartoe.  ‘Wat mij ook zeer inspireert is de regiokring in Apeldoorn van Godly Play’. Het zijn de mensen waarmee ze getraind is en ‘het is zo verrijkend om samen naar de verhalen te kijken en te delen waar je tegenaan loopt’. ‘Misschien is dat wel het mooiste van Godly Play, die kring met mensen’, waarmee ze optrekt, zegt Liesbeth.

Kun je ons iets meer vertellen over hoe je de vertelkring en ruimte hebt opgebouwd vanuit de Protestantse kerk van Kraggenburg? ‘Ik ben zelf lid van deze gemeente’, stelt Liesbeth, ‘en doe het nodige vrijwilligerswerk’. Er was een goede basis van vertrouwen. De kerk wilde een dorpskerk zijn, kerk voor het hele dorp. Op de website staat niet voor niets: ‘We zijn een levendige gemeenschap met een open oor, oog en hart voor wat er speelt in ons dorp en de wereld’. In de gemeente was er een zekere verlegenheid om hieraan invulling te geven als het om de kinderen ging.  ‘Toen ben ik met de kerkenraad in gesprek gegaan en vertelde hen dat ik graag voor de kinderen in het dorp een creatieve Bijbelse vertelplek wilde opzetten. Samen hebben we toen het Godly Play verhaal van de schepping beleefd’. Zo hoorden ze niet alleen wat het is, ze konden het ook zelf ervaren. De kerkenraad zag de waarde in van dit werk. Ze gaven aan Liesbeth, als zzp-er, de opdracht een start te maken. Ondertussen zegde de kerk ook toe dat zij financieel zouden bijdragen en actief betrokken wilden zijn. ‘Probeer het maar’ zei de kerkenraad, ‘Om dit werk te laten slagen is het echt belangrijk dat de hele gemeenschap zich erbij betrokken voelt’. Ze dragen het samen én het werkt verbindend. Zo is er ook sprake van gemeenteopbouw. ‘Aanvankelijk maakte ik gebruik van mijn eigen materiaal’. Het materiaal kwam in een zaaltje van de kerk terecht.

‘Maar waar haalde je dan die kinderen vandaan?’ ‘Ik ken veel kinderen in het dorp omdat ik jarenlang godsdienstdocent op de openbare basisschool ben geweest. Ik nodigde de kinderen uit, gaf een presentatie op school, voor de kinderen en voor de ouders’. Daar vertelde Liesbeth van het plan om op maandagmiddag na schooltijd in de kerk een verhaal te vertellen en er mee te gaan werken en spelen. En daar kwamen zomaar elf kinderen. De meeste kinderen waren geen lid van de geloofsgemeenschap.  ‘Eerst waren er vier opeenvolgende bijeenkomsten in het najaar. Toen dat goed liep zijn we ook in het voorjaar vier keer bij elkaar gekomen’. Dat was het moment om er iemand bij te vragen voor hand- en spandiensten. Het aantal kinderen groeide.  

‘Toen was het tijd voor een driejarenplan’, zegt Liesbeth. ‘Ik ben gaan schrijven en besloot dat we materiaal zouden maken, met elkaar als gemeenteleden’. De tijd was rijp voor een zelfstandig draaiende plek met eigen materiaal. Het plan met een begroting van de kosten ging als subsidieaanvraag naar de landelijke kerk en naar het Vermeulen Brauckman Stichting. De plaatselijke kerk draagt het nog steeds financieel voor een groot deel.

Er kwam een eerste werkdag. Met behulp van de Godly Play cd-rom uit Engeland maakten ze figuren voor de gelijkenissen. Liesbeth zorgde voor hout, gereedschap en de afbeeldingen. De mensen uit de gemeente maakten het materiaal. Zo kun je veel maken op een dag. Naast de werkdag hebben gemeenteleden kasten getimmerd. En daar kwam het materiaal in te staan.

‘De ouders vonden vier bijeenkomsten per seizoen wel wat weinig dus werd het zes keer in het najaar en zes keer in het voorjaar’. Elk jaar geeft Liesbeth op de enige basisschool van het dorp een presentatie en gaat er een brief mee voor de ouders. ‘Het is belangrijk dat er geen kosten aan verbonden zijn voor de kinderen’, zegt Liesbeth. ‘Zo kunnen kinderen die normaal niet mee kunnen doen met activiteiten in het dorp, omdat de kosten te hoog zijn, hier wel aan mee doen’. Er kwamen meer kinderen en dus werd de groep gesplitst. ‘Een groep van tien kinderen vind ik ideaal als je met z’n tweeën bent’, zegt Liesbeth. Nu zijn er twee groepen. Een voor groep 1-3 en een voor groep 4-8. ‘We  denken erover om de jongste groep nog een keer te splitsen’. ‘De kinderen vinden het spelen met de materialen het leukst’.

‘Liesbeth, zeg eens, wat zou je als allerbelangrijkste tip willen meegeven voor mensen die aan de slag willen en een kring en een ruimte willen maken?’ ‘Dat is dit’, zegt Liesbeth: ‘zorg voor bekendheid’. ‘Laat regelmatig wat zien in een kerkdienst, plaats stukjes in het kerkblad, toon nieuw materiaal’. ‘Zoek steeds naar een andere manier om de vertelplek weer even het onder de aandacht te brengen’.  ‘Nu zijn we bijvoorbeeld op zoek naar nieuwe kussens. Onder het mom van ‘bij het Land van Verwondering zit je goed‘ worden mensen gevraagd een kussen te sponsoren. Zo voelt iedereen zich betrokken bij wat er gebeurt en wordt het door veel mensen gedragen’.

Liesbeth Winters is kinderpastor en ontwikkelaar van projecten rondom zingeving. Ze deed een HBO theologie opleiding en heeft jarenlange ervaring als GVO-docent en lesschrijver. Bij het Land van Verwondering, een creatieve Bijbelse vertelplek, combineert zij de didactiek van Godly Play en de didactiek van kindertheologiseren.

Reacties kunnen niet achtergelaten worden op dit moment.