…”Ik vraag me af welk werk je vandaag wilt doen. Misschien wil je iets over dit verhaal maken of een ander verhaal dat je kent. Misschien wil je aan iets anders werken. Er is zoveel om uit te kiezen. Alleen jij weet wat voor jou goed is.”… Dit is het teken voor de kinderen dat ze aan het werk mogen gaan.
Sommige kinderen zaten al op het puntje van hun stoel en schieten als een speer uit een boog naar het materiaal waar ze vandaag mee willen werken. Anderen blijven nog even zitten of drentelen wat rond omdat ze nog niet goed weten wat ze vandaag willen gaan doen.
Het is woensdagochtend, godsdienstles. Ik heb de kinderen van groep 7 net het Godly playverhaal van de grote geschenken, het verhaal van de schepping, verteld. Aan de hand van de verwonderingsvragen hebben we nagedacht over welke dag jij het mooist vindt, welke dag het belangrijkste zou kunnen zijn en in welke dag jij nu bent of welke dag heel bijzonder over jou gaat. En of we misschien één van de dagen weg zouden kunnen laten en dan toch nog alle dagen hebben die we nodig hebben. En nu is het dus tijd om te verwerken. Er zijn kinderen die rustig alleen aan een tafeltje zijn gaan zitten tekenen, een ander heeft de kist met kapla gepakt en gaat iets bouwen. Er zijn ook kinderen die juist in een groepje gaan zitten en daar gaan knutselen of kijken wat een ander maakt. En er zijn kinderen die samen iets gaan maken. Alles mag, er is geen goed of fout…
Vanaf mijn plekje kijk ik rustig rond. Het is mooi om te zien dat een ieder op zijn of haar eigen manier ‘aanhaakt’ bij het verhaal en spelend en/of creatief iets (nieuws) ontdekt. Ik hoor één van de jongens vertellen over Winsdag. En ik denk dat ik wat verbaasd kijk want hij zegt: “Ja juf, dat is een combinatie van dinsdag en woensdag…” Ik glimlach en samen filosoferen we verder: “Oh ja natuurlijk! En dan komt daarna een combinatie van Woensdag en Donderdag dat wordt dan…euh…WONDERDAG!” Wauw, Wonderdag, wat prachtig!
J. en ik glunderen allebei door deze ontdekking. We hebben een nieuwe dag geschapen: Wonderdag! En J. zegt plechtig: “En Wonderdag begint dan na de godsdienstles en duurt tot donderdag!” Het ontroert me, de godsdienstles die ‘Wonderdag’ inluidt!
Wanneer de les voorbij is gaan de kinderen weer terug naar hun eigen lokaal: “Dag, juf! Tot volgende week!”…”Daag!”…en weg zijn ze. Behalve J. Hij staat met een big smile bij de deur en zegt: “Dag juf en nog een fijne Wonderdag! “Dag J., jij ook een hele fijne Wonderdag!”